
Vermoeidheid of een gebrek aan energie komt in de praktijk frequent voor en kent vaak multifactoriële oorzaken. Chronische stress vormt daarbij een van de meest onderschatte ontregelende factoren. Dit artikel beschrijft de fysiologie van stress, de rol van de HPA-as, de effecten van chronische activatie en aanknopingspunten voor herstel binnen een complementair kader.
Inhoudsopgave
- Wat is stress precies?
- Eustress en distress: wanneer stress omslaat
- Draagkracht en draaglast: de persoonlijke stressbalans
- Acute versus chronische stress
- De twee stressroutes: sympathicus en HPA-as
- Fysiologische gevolgen van chronische stress
- Herkennen van stresssignalen
- Therapeutische aanknopingspunten
- Tot slot
Eustress en distress: wanneer stress omslaat
Een zekere mate van spanning is functioneel. Eustress, de positieve vorm van stress, zorgt voor alertheid, motivatie en groei. Denk aan de gezonde spanning voor een presentatie of een sportprestatie. Deze vorm van stress is kortdurend en leidt tot herstel zodra de prikkel voorbij is.
Wanneer stressoren echter langdurig aanhouden of niet meer binnen de persoonlijke draagkracht passen, spreken we van distress. Dan raakt het fysiologische systeem chronisch geactiveerd, wat uiteindelijk leidt tot allostatische overbelasting. Het punt waarop adaptatie omslaat in ontregeling.
Draagkracht en draaglast: de persoonlijke stressbalans
De individuele stressrespons wordt mede bepaald door genetische, epigenetische en vroege omgevingsfactoren. Vroege levenservaringen beïnvloeden de reactiviteit van de HPA-as: sommige mensen ontwikkelen een hoge stressdrempel en passen zich snel aan (de zogenoemde habituators), terwijl anderen juist een verhoogde stressgevoeligheid behouden (non-habituators).
Persoonlijkheidstrekken, copingstijl, slaapkwaliteit en micronutriëntenstatus dragen allemaal bij aan deze draagkracht. Wanneer de draaglast, ofwel externe en interne stressoren, structureel groter is dan de draagkracht, ontstaat disbalans.
De twee stressroutes: sympathicus en HPA-as
Het lichaam kent twee stressroutes met een verschillende snelheid van reactie:
- De snelle route – het sympathisch zenuwstelsel (SAM-as)
De sympatho-adreno-medullaire route is verantwoordelijk voor de acute stressreactie. Binnen seconden stimuleert de hypothalamus de bijniermerg tot afgifte van adrenaline en noradrenaline. Deze verhogen de cardiale output, bloeddruk, ademfrequentie en glucosebeschikbaarheid.
De parasympathicus zorgt nadien voor herstel en rust. Een adequate balans tussen beide is cruciaal voor veerkracht. - De langzame route – de HPA-as
Als de stress na 30 minuten nog niet is opgelost en bij langdurige stress wordt de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as geactiveerd. De hypothalamus produceert CRH (corticotropin-releasing hormone), wat de hypofyse aanzet tot secretie van ACTH (adrenocorticotroop hormoon). ACTH stimuleert vervolgens de bijnieren om cortisol af te geven. Cortisol bevordert de glucosemobilisatie, beïnvloedt de vet- en eiwitstofwisseling, en moduleert immuun- en ontstekingsprocessen. Het zorgt ervoor dat de organen die de meeste energie nodig hebben om de stressor te bestrijden het ook krijgen. Cortisol zie je na 30 minuten terug in je bloed. Een hoger cortisolgehalte in je bloed zorgt tot slot voor een negatieve feedback aan je hypothalamus en hypofyse waardoor de aanmaak van ACTH weer daalt. Wanneer de stress aanhoudt, raakt deze feedback verstoord, met verhoogde of juist verlaagde cortisolwaarden als gevolg.
Herkennen van stresssignalen
Voor professionals is het belangrijk subtiele signalen vroegtijdig te herkennen. Bijvoorbeeld: verstoorde slaap, ochtendvermoeidheid ondanks voldoende rust, kort lontje, spijsverteringsklachten, herhaaldelijke infecties, hormonale schommelingen of diffuse spierpijn. Biochemisch kan men denken aan afwijkende cortisol-dagcurves, verlaagde DHEA- of DHEA-S-waarden, verhoogde ACTH- of prolactinespiegels, veranderingen in glucose- en lipidenprofiel, verhoogde CRP- en interleukinewaarden, verminderde BDNF, verhoogde oxidatieve stressmarkers of een verlaagde hartritmevariabiliteit (HRV).
Therapeutische aanknopingspunten
De aanpak van chronische stress vraagt om herstel van de neuro-endocriene balans, energiehuishouding en cellulaire weerbaarheid. Enkele aandachtspunten:
- HPA-as normalisatie: Herstel van feedbackmechanismen via adaptogenen en gerichte micronutriëntondersteuning met zink, magnesium en B-vitaminen. Producten als Methialyn, Zinargin en Curmac kunnen hier complementair werken.
- Mitochondriale ondersteuning: Inzet op nutriënten die oxidatieve stress beperken en de ATP-productie ondersteunen.
- Neurotransmittersynthese: Ondersteuning van serotonine- en dopaminebalans door voldoende eiwitinname, vitamine B6, folaat, en magnesium.
- Herstel van leefstijlritmes: Regelmatige slaap- en waakcyclus, herstelmomenten, natuurlijke blootstelling aan licht, fysieke activiteit en ontspanning via parasympathische stimulatie (ademhaling, natuur, meditatie).
- Begeleiding en bewustwording: Coaching of psychologische begeleiding gericht op copingstijl en zelfregulatie vergroot de effectiviteit van nutritionele interventies.
Op basis van het klachtenprofiel en anamnese kan bepaald worden op welk niveau de grootste disbalans aanwezig is: centraal (HPA), perifeer (mitochondriaal), of systemisch (inflammatoir).
Tot slot
Stress is een onvermijdelijk onderdeel van het leven, maar chronische activatie van de HPA-as is dat niet. Voor therapeuten ligt de uitdaging in het herkennen van de subtiele overgang van adaptatie naar ontregeling, en in het bieden van integrale ondersteuning die fysiologisch én psychologisch herstel bevordert.
Bronnen:
- McEwen B.S. (2017). Neurobiological and Systemic Effects of Chronic Stress. Chronic Stress (Thousand Oaks)
- Noushad S. et al. (2021). Physiological biomarkers of chronic stress: A systematic review. Int J Health Sci (Qassim), 15(5):46-59
- Alotiby A. (2024). Immunology of Stress: A Review Article. J Clin Med, 13(21):6394





